- 11
- Jul
Veilige bedieningsprocedures voor het gebruik van apparatuur voor het snijden van schapenvlees
Veilige bedieningsprocedures voor het gebruik van: schapenvlees snijmachine uitrusting
1. Controleer de apparatuur voordat u begint:
Zorg ervoor dat het netsnoer, de stekker en het stopcontact in goede staat verkeren; de apparatuur is stabiel en er worden geen losse onderdelen gemaakt; het veiligheidsapparaat en elke bedieningsschakelaar zijn normaal; nadat u hebt bevestigd dat er geen afwijking is, start u de apparatuur voor proefwerking en voert u vervolgens de bewerking uit.
2. Specificaties voor het gebruik van de schapenvleessnijder:
1. Pas de dikte van het te snijden vlees aan, leg het bevroren vlees zonder botten op de beugel en druk op de plaat.
2. De snijtemperatuur van bevroren vlees moet tussen de -4 en -8°C liggen.
3. Nadat u de stroom hebt ingeschakeld, start u eerst de snijkop en start u vervolgens de linker- en rechterzwaai. Houd uw handen tijdens het werk niet direct in de buurt van het mes.
4. Wanneer blijkt dat het snijden moeilijk is, stop dan de machine om de rand van de schapenvleessnijder te controleren en gebruik de puntenslijper om het mes te slijpen.
5. Nadat de machine is gestopt, trekt u de stekker uit het stopcontact en hangt u deze op de vaste positie van de apparatuur.
6. Het is noodzakelijk om elke week smeerolie aan de zwenkgeleidingsstang toe te voegen en een messenslijper te gebruiken om het mes te slijpen.
7. Het is ten strengste verboden om de machine rechtstreeks met water te spoelen en de schapenvleesschaaf moet betrouwbaar worden geaard.
Om ervoor te zorgen dat de schapenvleessnijder het verwachte gebruikseffect beter bereikt en de productie-efficiëntie verbetert, moeten we de relevante instructies en voorzorgsmaatregelen bij het gebruik ervan zorgvuldig lezen en de bedrading van de apparatuur controleren voordat u gaat snijden om een soepel snijden te garanderen.